WKOg

Het examen Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek (WKOg): betreft een theorie-examen en bestaat uit 50 vragen. U heeft 60 minuten de tijd om het examen te maken. Het examen bestaat uit alleen maar gesloten vragen. Dit betekent dat de antwoorden al gegeven zijn en u het juiste antwoord moet kiezen. U hoeft dus zelf geen antwoorden op te schrijven. Om te slagen voor het examen, moet u minimaal 35 vragen goed beantwoorden.

Het examen Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek (WKOg): gaat in hoofdlijnen over de onderwerpen:

• Wettelijke kaders van de boa
• Samenwerking met de politie
• De bevoegdheden van actoren in het strafproces
• De ambtseed/ambtsbelofte
• De wettelijke kaders met betrekking tot bescherming van persoonsgegevens
• Basiselementen met betrekking tot strafbare feiten
• Jeugdige personen
• Dwangmiddelen
• Verhoor
• Strafbare feiten uit het Wetboek van Strafrecht
• Het proces-verbaal
• Toezicht en handhaving in het bestuursrecht

WKOs

Het examen Wettelijke Kaders Onderwijs Specifiek (WKOs) is een theorie-examen en bestaat uit 50 vragen. U heeft 80 minuten de tijd om het examen te maken. Het examen bestaat uit alleen maar gesloten vragen. Dit betekent dat de antwoorden al gegeven zijn en u het juiste antwoord of juiste antwoorden moet kiezen. U hoeft dus zelf geen antwoorden op te schrijven. Om te slagen voor het examen, moet u minimaal 34 vragen goed beantwoorden.

Het examen Wettelijke Kaders Onderwijs Specifiek (WKOs): gaat in hoofdlijnen over de onderwerpen:

• Toezicht en opsporing
• De MAS
• Het proces-verbaal

Voor een goede voorbereiding op het examen is het advies om de toetsmatrijs te lezen. De toetsmatrijs geeft algemene informatie over de toets en laat zien hoe een examen inhoudelijk is vormgegeven. U kunt in de toetsmatrijs bijvoorbeeld zien over welke onderwerpen het examen gaat, hoeveel vragen per onderwerp zullen worden gesteld (dus hoe belangrijk elk onderwerp is) en welke wet- en regelgeving u moet beheersen. Meer algemene informatie over toetsmatrijzen.