Het examen Rechtskennis is een theorie-examen dat bestaat uit 50 vragen. U heeft 90 minuten de tijd om het examen te maken. Het examen bestaat uit alleen maar gesloten vragen. Dit betekent dat de antwoorden al gegeven zijn en u het juiste antwoord moet kiezen. U hoeft dus zelf geen antwoorden op te schrijven. Om te slagen voor het examen, moet u 35 vragen goed beantwoorden.

Voor een goede voorbereiding van het examen is het advies om de toetsmatrijs te lezen. De toetsmatrijs geeft algemene informatie over de toets en laat zien hoe een examen inhoudelijk is vormgegeven. U kunt in de toetsmatrijs bijvoorbeeld zien over welke onderwerpen het examen gaat, hoeveel vragen per onderwerp worden gesteld (dus hoe belangrijk elk onderwerp is) en welke wet- en regelgeving u moet beheersen. Meer algemene informatie over toetsmatrijzen

Het examen rechtskennis gaat in hoofdlijnen over de onderwerpen:

• Basiselementen uit ons staatsbestel
• De inrichting van de centrale en decentrale overheden
• De basis van het strafrecht
• Het functioneren van de boa op basis van het Wetboek van Strafvordering
• Het functioneren van de boa op basis van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
• Samenwerking tussen boa en politie
• Bevoegdheden en organisatie van de politie
• Het strafproces en de daarbij betrokken instanties
• De ambtseed/ambtsbelofte
• De belangrijkste ambtsmisdrijven
• De wettelijke kaders met betrekking tot bescherming van persoonsgegevens
• Het verzamelen en ontvangen van gegevens met betrekking tot strafbare feiten
• Strafrechtelijke beginselen
• Poging, deelneming en samenloop
• Het toepassen van opsporingsbevoegdheden
• Het toepassen van dwangmiddelen
• Inbeslagname en betreden van plaatsen
• Basiselementen uit het strafproces
• Het proces-verbaal
• De organisatie van de rechtspraak

Op dit examen is het examenprogramma Boa Basis van toepassing. Hier kunt u bijvoorbeeld teruglezen dat het examenresultaat 5 jaar geldig is.