Het examen Wet- en Regelgeving betreft een theorie-examen en bestaat uit 50 vragen. U heeft 90 minuten de tijd om het examen te maken. Het examen bestaat uitsluitend uit gesloten vragen. Dit betekent dat de antwoorden al gegeven zijn en u het juiste antwoord moet kiezen. U hoeft dus zelf geen antwoorden op te schrijven.

Om te slagen voor het examen, moet u 35 vragen goed beantwoorden. Er zijn geen proefexamens beschikbaar.

Het examen is gebaseerd op de toetsmatrijs. Deze kunt u vinden onder de examendocumenten. De toetsmatrijs geeft algemene informatie over de toets en laat zien hoe een examen inhoudelijk is vormgegeven. U kunt in de toetsmatrijs bijvoorbeeld zien over welke onderwerpen het examen gaat, hoeveel vragen per onderwerp zullen worden gesteld in het examen (dus hoe belangrijk elk onderwerp is) en welke wet- en regelgeving u moet beheersen. Meer algemene informatie over toetsmatrijzen.

Klik hier voor algemene praktische informatie over de procedure rondom uw examen.